Kernel, pas op je tellen

Gerlof Langeveld
AT Computing
<gerlof@ATComputing.nl>


Analyse en verbetering van systeemprestaties zijn pas mogelijk nadat er voldoende informatie is verzameld omtrent de bezettingsgraad van allerlei resources en interfaces. Deze gegevens worden door de kernel bijgehouden in tellers, die de basis vormen voor het meettraject. De hoeveelheid kernel-tellers en de mate van betrouwbaarheid zijn bepalend voor het stellen van een juiste en voldoende gedetailleerde diagnose.

Voor de representatie van kernel-tellers in leesbare vorm, kunnen we gebruik maken van standaard commando's, zoals sar, vmstat of iostat, of van grafische (vaak leverancier-specifieke) tools. In de praktijk blijkt dat een UNIX-kernel veel meer tellers bijhoudt dan door tools worden gerepresenteerd.

In deze tutorial worden de soorten kernel-tellers belicht: event-tellers versus sampling-tellers en systeem-niveau versus proces-niveau tellers. Verder wordt er aandacht besteed aan het opsporen van de extra tellers in de kernel en het lezen van deze tellers in doe-het-zelf meetcommando's (iedere UNIX- variant kent hiervoor zijn eigen mechanisme).

Tenslotte wordt gekeken in hoeverre bepaalde meetmechanismen het resultaat van de meting zelf beïnvloeden.

Voorkennis: Bij voorkeur programmeertaal C.


Volgende >
<Terug naaar de inhoudsopgave

6 april 1998